De kea staat in mijn top-10 aller tijden. Ik zocht de zeldzame vogel – endemisch in Nieuw-Zeeland – intensief op tijdens mijn wereldreis in 2010. Ik beschreef hem uitgebreid in mijn boek ‘Op zoek naar het beest.’
De kea is de enige papegaai die boven de boomgrens leeft. Het beest wordt als de slimste vogel ter wereld beschouwd. Hij heeft het IQ van een zesjarig kind, kan logische puzzels oplossen en krijgt zonder probleem de rits van een rugzak open. Bij een grote opdracht sluiten ze ook samenwerkingsverbanden. Op YouTube kan je zien hoe een drietal kea’s een politiewagen ontmantelen. De kea zet ook graag zijn snavel in de nek van een schaap, want hij is verzot op schapenbloed. Rond 1900 ging het gerucht dat hij het ook op de aorta’s van baby’s had gemunt. Koren op de molen van de plaatselijke boeren die ‘de vampier van de bergen’ wilden uitroeien. In een mum van tijd werd de populatie van 3 miljoen naar vijfduizend stuks teruggebracht. Vandaag zie je ze vooral bij skistations en picknickplaatsen omdat de intelligente kea’s weten dat de hapjes daar voor het rapen liggen. Ze laten er zich vrijwillig voederen, maar verliezen hierdoor het instinct om zelf naar voedsel te zoeken. Zodra de toeristen wegblijven – en ook het makkelijke voedsel verdwijnt – breekt hen dat zuur op: de laatste jaren sterven meer en meer kea’s de hongerdood.