Gespot in Paardeweiden, Merelbeke (B). Kemphanen vertonen een bijzonder gedrag tijdens de paringstijd. Dan gaan mannetjes hun kraagveren opzetten om het wijfje te imponeren. Ze verdedigen hierbij hun honk: een stukje platgetrapt gras waar ze geen andere mannen op dulden. Eén bepaald soort mannetjes wordt echter ongemoeid gelaten en mag vrij tussen de honken bewegen: de satellietmannetjes. Je herkent ze aan de witte kraagveren, ze zouden 20% van de mannetjespopulatie uitmaken. Verschijnt er een wijfje op de honkplaats, dan gaan de mannetjes over de rooie. Ze proberen de hennen met opgezette kraag en machogedrag te imponeren in de hoop dat vrouwlief met hen van bil wil gaan. Satellietmannetjes die het zonder honk moeten stellen worden door de honkers getolereerd. Meer nog: vrouwtjes kiezen ze evengoed uit voor te paren als de honkmannen. Nogal ingewikkeld allemaal, en dan hebben we het nog niet over ‘de faar’ gehad. Dat is een derde type mannetjeskemphaan, ze heeft de vederdracht van een vrouwtje maar met extra grote testikels. Zij/hij wekt hierdoor de aandacht van baltsende mannetjes waarmee ze paart. Men denkt dat de faar zijn overtollig zaad via de cloaca van het mannetje aan de vrouwtjes doorgeeft. Een homoseksuele travestiet met een plan dus. Omdat de faar maar één procent van de populatie uitmaakt, duurde het een tijdje voor dit fenomeen werd ontdekt.